zondag 28 oktober 2012

Beleefdheid


Beleefdheid. Of beter: fatsoenlijkheid. Hoe breng je dat je kind bij? En wat wordt er nou eigenlijk verstaan onder beleefd zijn, voor een kleutertje van vijf jaar? Een paar simpele voorbeelden van alledaagse beleefdheid worden als volgt omschreven: ‘een ander uit laten spreken, bij het ontvangen van een dienst of geschenk daarvoor dank uitspreken en alstublieft zeggen bij een overhandiging of een verzoek.’ En dit zijn nou net specifieke voorbeelden waarin kleine kinderen nog niet echt uitblinken. Regelmatig loop ik tegen situaties aan, waarin ik mij werkelijk even geen raad weet. Ik wil (of moet) Max dan corrigeren maar hóe?! Toevallig blijkt Max niet de enige; ik herken veel van zijn “ongemanierdheid” ook bij andere kindjes van die leeftijd.

Een standaardvoorbeeld van beleefdheid: tegen oudere mensen zeg je “u”. Dit heb ik van huis uit meegekregen en ik zelf doe dat tot op de dag van vandaag. Ik krijg het gewoonweg niet over mijn lippen om tegen mensen die ouder zijn dan mij, tegen mensen die ik niet ken (of gewoon uit respect), “je” of “jij” te zeggen. En ik wil dat Max dit zich ook zo aanleert. “Maar dan moet ik toch tegen jullie en opa en oma ook “u” zeggen?” vraagt Max mij scherpzinnig. Nee, dit is - bij ons althans - een uitzondering maar hoe leg je dat weer uit?

Of Max vertelt mij dat een jongetje op school een “grote-mensen-woord” heeft gebruikt. Duidelijk gearticuleerd en met een verhoogd stemvolume, laat hij mij op niet mis te verstane wijze - overduidelijk - het gebruikte woord horen. Of hij dit wel mag zeggen? Ik antwoord beslist: “Nee, Max, dat is hele stoute en onbeleefde taal en dat wil ik absoluut niet meer horen.” Dus ’s avonds aan tafel wordt aan papa “het woord” nogmaals verteld, met daarachter gelijk de mededeling dat hij dit absoluut nóóit meer mag zeggen. Moet ik hem dan terechtwijzen omdat hij het woord weer gebruikt of juist prijzen omdat hij aangeeft dat hij dit woord nooit meer mag gebruiken?

En telkens als ik moet bellen! Werkelijk altijd heeft Max dan een probleem wat absoluut geen seconde langer kan wachten om opgelost te worden. En dan gaat hij net zo lang zeuren tot ik de persoon aan de andere kant van de lijn niet meer kan verstaan, verontschuldigend het gesprek moet onderbreken en hem er op moet attenderen dat dit gedrag zeer onfatsoenlijk is, waarna ik met op de achtergrond een mokkend kind het gesprek probeer te hervatten.

Dus toen hij laatst ergens ging spelen, drukte ik hem op het hart zich vooral netjes te gedragen en beleefd te zijn. En dat hij absoluut niet mocht vragen om een snoepje of iets dergelijks. “Oh?” zegt Max verbaasd, “Mag ik dat daar gewoon zomaar uit de kast pakken dan?” Euh …  nou, nee, dat doe maar niet. Daarom stel ik bij deze dan ook voor om het gezegde dat een ieder kent, per direct, te wijzigen in: “Kinderen die netjes vragen worden nooit overgeslagen!”

© Laura van Straaten - Oversteegen

vrijdag 12 oktober 2012

Kermis



Er is weer kermis in de stad. Elk jaar, zo aan het begin van de herfst, is er bij ons in de stad een grote kermis. Max kijkt hier echt naar uit. De muziek, de gezelligheid, de suikerspinnen, oliebollen en uiteraard de attracties hebben een grote aantrekkingskracht op hem. Van mij hoeft het niet zo, ik vind het altijd een hoop gedoe en best een aanslag op de portemonnee.

Al in de zomer gaf Max te kennen dat hij, wanneer er weer kermis in de stad zou zijn, hij dit keer zeker in het spookhuis een kijkje wilde nemen. Nu ken ik deze grootspraak van hem ondertussen wel een beetje en ik beloofde dat dit uiteraard geen probleem zou zijn. Ik had een sterk voorgevoel dat hij uiteindelijk geen stap in dat spookhuis durfde te zetten.

Eenmaal op de kermis aangekomen is de eerste attractie waar we langskomen het spookhuis. Ik zie de blik in Max zijn ogen veranderen en hoor hem zeggen dat we eerst eens gaan kijken wat er allemaal nog meer te doen is. We lopen langs het blikgooien, de grijparmen, eendjes vangen en noem maar op. Max doet het allemaal met veel plezier en vol inspanning. Ondertussen informeer ik tussen neus en lippen door of hij al klaar is voor het spookhuis. Iets te snel antwoordt Max dat hij nog láng niet alles heeft gezien.

Dus lopen we vrolijk verder en komen langs een attractie met een treintje. Het is voor kinderen, maar het ziet er in mijn ogen behoorlijk indrukwekkend uit. Voor kinderen jonger dan zes jaar is dan ook een begeleider verplicht. En Max wil er in. En mama moet dus mee. Nu behoort alles wat harder gaat dan een schildpad in galop - en wat ik niet zelf kan en mag besturen - niet echt tot mijn liefhebberijen dus ik probeer nog (geheel overbodig) om Max op andere gedachten te brengen maar er zit voor mij niets anders op dan plaats te nemen tussen de kleuters en de rit maar op me af te laten komen. Met mijn ogen dicht en overdreven (hysterisch?) hard lachend om mijn benauwde gevoel te onderdrukken zit ik de gehele rit uit. Na afloop dank ik alle denkbare opperwezens.

En dan eindelijk op naar het spookhuis, dacht ik. Ik stel voor om via de oliebollenkraam richting spookhuis te lopen. Ik zie Max aarzelen en een beetje sip kijken. Ik wil hem niet te veel pushen, maar wil toch weten wat er precies aan de hand is. Hij kijkt hier tenslotte al een tijdje naar uit? Dus ik vraag hem wat er aan scheelt. Met een trillend lipje en een radeloze blik in zijn ogen vertelt hij mij dat hij eigenlijk helemaal niet in het spookhuis wil. “Maar als het de volgende keer kermis is, dan wil ik echt, écht in het spookhuis! OK?” Ik besluit terstond om nog een keer in dat treintje te gaan. Helemaal alleen. En dan ga ik heel, héél hard gillen.

Geschreven voor www.hippemamaclub op 4 oktober 2012

vrijdag 5 oktober 2012

Grenzen vervagen, verleggen en overschrijden



Sinds ik moeder ben, vervagen ongemerkt bepaalde - degelijke - grenzen. Eigenlijk begon deze tendens al tijdens de bevalling van Max. Zo herinner ik mij nog dat ik wijdbeens op de verloskamer lag te wachten vlak nadat Max geboren was en een verpleegkundige mij vroeg of ze soms een dekentje voor mij op kon halen. Ik keek haar bevreemd aan. Een dekentje? Veelbetekenend richt zij haar blik even op mijn gespreide benen. Ik was mij niet eens bewust van mijn meer dan vrijpostige pose en nam haar aanbod dan ook dankbaar aan.

Toen Max nog een kleine baby was, had hij af en toe last van zogenaamde spuitluiers. Vooral tijdens het doorkomen van een tandje, kon de inhoud van zijn luier buitensporige vormen aannemen. De ontlasting zat dan niet alleen in zijn luier. Nee, het gehele rompje (en met een beetje pech zelfs zijn nek, beentjes en armpjes) was op die momenten besmeurd met de inhoud van de luier. Ik draaide mijn hand er niet voor om, zag  een grens vervagen en verschoonde hem bijna met plezier. Hier had je eerder toch niet aan moeten denken?

Als hij een flesje melk gedronken had, gebeurde het wel eens dat deze voeding een beetje zwaar op zijn maagje lag. Gevolg: projectielbraken. Alsof een tuinslang vanuit de keel werd aangezet en de gehele omgeving rondom Max kon meegenieten van de restjes van dit heerlijke flesje melk. Maar ook dit vond ik geen enkel probleem, en met een vrolijke lach op mijn gezicht pakte ik een emmer met sop en dweilde met liefde de hele kamer.

Nu Max wat groter is, zijn de “grensproblemen” van een ander kaliber. Als Max verkouden is bijvoorbeeld, dan vergeet hij soms om tijdig zijn neus te snuiten. Als hij dan niest, komt de volledige inhoud van zijn neus te voorschijn en hangt en bungelt dat ergens onder zijn kin. Met zijn gezicht vooruit komt hij de keuken in rennen om te vragen om een doekje. Het komt een enkele keer voor dat dit te lang duurt naar zijn zin en dan pakt hij snel de handdoek. Dit heb ik niet altijd in de gaten, dus word ik wel eens onaangenaam verrast als ik even later mijn handen af wil drogen.

Laatst liep ik op het schoolplein met Max naast mij. Blijkbaar heeft hij jeuk aan zijn bips want hij loopt ongegeneerd krabbend aan zijn achterste. Ik vraag hem vriendelijk zich even netjes te gedragen, onderwijl grappend tegen een andere ouder dat dit op deze leeftijd nog allemaal is toegestaan en dat bepaalde grenzen overschreden zouden worden wanneer we dat allemaal maar zo zouden doen. Max blijft kriebel houden en gaat nog een stapje verder door zijn hand achter zijn broek te stoppen om zo het probleem op te lossen. Opeens roept Max mij en ik kijk om in een blij gezicht. Jubelend laat hij mij weten: “Mama, kijk eens wat ik aan mijn vinger heb? Poep!” Daarmee bij mij een bepaalde grens ruim overschrijdend.

Geschreven voor www.hippemamaclub.nl op 27 september