woensdag 11 juli 2012

Het grote raadsel van De Dood



“Mam? Wanneer ga ik eigenlijk dood?” Een onverwachte vraag op een onverwacht moment waardoor bij mij het antwoord niet zo één, twee te binnen schiet. Ik antwoord een beetje ontwijkend dat dit nog héél lang duurt. De aanleiding van Max zijn vraag weet ik wel. Laatst was ik namelijk een beetje te laat bij school om Max op te halen. Ik vertel hem dat ik in de file stond, veroorzaakt door een passerende rouwstoet richting de nabij school gelegen begraafplaats. Of hij die begraafplaats dan eens mocht zien? Natuurlijk, we rijden er dagelijks langs dus ik zal hem, als we de begraafplaats passeren, erop attenderen. En vanaf dat moment gaan we nu dagelijks, op verzoek van Max, langs de begraafplaats, want: “dat vindt hij zo leuk” …

Laatst nog vroeg Max aan een begeleidster op school hoe oud ze eigenlijk was (zal hem gelijk eens bijbrengen dat het niet netjes is om dames naar hun leeftijd te vragen). Haar antwoord dat ze al zevenenveertig is doet hem de wenkbrauwen fronsen. “Oooh, “ deelt hij haar geschokt mee, “dan ben je dus al bijna dood!” Het hele gegeven “dood” intrigeert hem blijkbaar enorm.

Toen een tijdje geleden één van onze honden onverwacht geopereerd moest worden, heb ik geprobeerd om Max voorzichtig voor te bereiden op het feit dat Sammy de operatie wellicht niet zou overleven en dus dood zou gaan. Nou, daar had hij verder geen problemen mee, want dan wilde hij wel een vis als huisdier! Nu is het helaas zover, en hebben wij haar in moeten laten slapen. Ik leg uit dat hondjes via de regenboogbrug op de regenboogberg komen en dat daar allemaal bloemen staan, het er altijd lekker warm is en dat er heel veel hondenvriendjes voor haar zijn. Ook vertel ik dat daar alleen maar haar lievelingseten en drinken staat. Dát lijkt Max ook wel wat. “Ja, want als ik dan ooit op die regenboogberg ben, dan ga ik de hele dag frikandellen eten! Maar ik wil nú nog niet dood hoor!” Nou, gelukkig maar.

Ik vraag Max hoe ik zijn verdriet wat kan verzachten, want Sammy was echt zijn lievelingshond. Hij stelt zelf voor om een foto van Sam in zijn slaapkamer op te hangen zodat hij elke dag naar haar kan kijken. Ook wil hij eigenlijk wel een nieuw hondje die exact op Sam lijkt. Een soort kloon. Ik leg uit dat elke hond uniek is, en dat dit niet zal gaan lukken. Hij voorziet geen problemen want dan nemen we gewoon een foto van Sam mee naar een fokker en zeggen: “Dit moet ‘m worden!” Wel stelt Max voor om het nieuwe hondje dan een andere naam te geven.

En dan komt er plots, uit het niets nog zo een verrassende en onverwachte gedachte bij Max opborrelen. “Ik weet wel wie er nooit dood gaat!” zegt hij, bijna raadselachtig. “De politie! Want als die dood gaan, nou, dan hebben we écht een probleem hè mama?"

© Laura van Straaten - Oversteegen

Geschreven voor www.hippemamaclub.nl op 5 juli 2012

In memoriam - Sammy




Sammy was onze Berner die in april van dit jaar negen jaar zou zijn geworden. Enige tijd na het overlijden van onze allereerste Berner, hebben wij Sammy uitgezocht bij een fokker in het zuiden van het land. Toen wij haar op gingen halen werden wij opgeschrikt door het bericht dat de moederhond enige dagen daarvoor was overleden door verhanging aan haar eigen halsband. Bij een sprong in de lucht is de halsband op lugubere wijze blijven steken achter een stuk tralie waardoor de hond werd opgehangen. Gruwelijk. Met een dubbel gevoel sluiten wij Sammy daar in onze armen en in ons hart.

Na een paar maanden zien wij dat Sam abnormaal tranende ogen heeft. Na controle bij de dierenarts wordt de diagnose entropion in een dermate ernstig stadium gesteld dat een operatie volgt. Al op jonge leeftijd een ware ooglidcorrectie!

Daarna volgen een paar fijne, rustige jaren, maar plots bemerk ik na de loopsheid een vloeiing met een vreemde kleur. Een stem in mijn achterhoofd waarschuwt voor een baarmoederontsteking en ik bel direct de dierenarts. Het is vrijdagavond maar ik mag meteen komen. De arts deelt mijn voorgevoel en na een echo wordt inderdaad een baarmoederontsteking vastgesteld. De baarmoeder moet er uit en wel direct.

Dan enkele maanden later zie ik een verschil in soepelheid bij het lopen. Het lijkt net of Sam mank loopt. Nu moet ik zeggen, door de sterilisatie en daarop volgende hormoonverandering, is Sam in korte tijd enkele kilo’s aangekomen. Ik vermoed een verband maar besluit toch te gaan voor een professionele beoordeling. Weer volgt een medisch traject en HD foto’s worden gemaakt. HD positief is de uitkomst, alsmede artrose en ook zit er een stukje bot los achter in haar linkerhiel. Aan dit laatste kan helaas niets gedaan worden, maar de HD kan zeker dragelijker gemaakt. En zo gaan we met pijnstillers, ontstekingsremmers en brokken van goud (twee weken voeding voor EUR 63,- om haar gewicht terug te brengen van 59 naar 45 kilo), strijdvaardig naar huis.

Sam was niet gewend om op dieet te zijn en vond dit dan ook niet echt een goed plan. Vanaf toen heb ik echt al wat eetbaar was, van het aanrecht moeten halen zodra ik van huis wegging. Echter, die ene keer toen ik na het eten in de tuin stond te bellen was ik dat vergeten. Ik loop de keuken binnen en tref een slagveld aan. Een combinatie van bloed, spaghetti en saus geeft een vreemde aanblik. Sam had een pot - lege - spaghettisaus van het aanrecht te pakken gekregen en deze was op de grond uit elkaar gespat. Al likkend aan de saus op de grond, had zij haar tong en lip deels opengehaald aan de tussenliggende glasscherven.

En dan, slechts een half jaar na haar operatie aan een darmafsluiting wordt ze plots ziek. Ze geeft over en blijft overgeven. Ze eet ook niet meer. Ik ga naar de dierenarts die aanvankelijk nog een complicatie door mogelijk littekenweefsel vermoedt. Na bloedonderzoek en een echo wordt helaas kanker aan de lever en milt vastgesteld. Het is voorbij. Een maand voor haar negende verjaardag hebben wij haar moeten laten gaan. Zo plotseling en onverwacht.  In mijn armen, zoals ze ook is gekomen, heb ik haar laten gaan ... Verdriet, onmacht, pijn. Dag lieve schat, dag lieve Sammy …



Geschreven voor het clubblad van de VBSH (Vereniging de Berner Sennen Hond) uitgave Juli/Augustus 2012

vrijdag 6 juli 2012

Hopeloos hulpeloos




Ik sta stil bij een stoplicht als ik even verderop een auto vreemd geparkeerd in de berm zie staan. Een vrouw staat ernaast en belt. Een huilend kindje op de achterbank, op het randje van hysterie. De vrouw heeft blijkbaar pech met haar auto en niemand neemt de moeite om te stoppen en te vragen wat er aan de hand is of een helpende hand te bieden. Hier erger ik mij dus mateloos aan. Waarom laten we anderen zo aan hun lot over? En helaas spreek ik uit ervaring.

Het is al een aantal jaren geleden. Ik rij met de auto naar mijn werk, in de spits en het is erg druk. Ik sta te wachten voor het rode stoplicht als deze plots op groen springt. Ik wil optrekken maar de motor van mijn auto slaat af. Ik sta vooraan in de rij en bedenk mij direct dat dit erg vervelend moet zijn voor de behoorlijke rij wachtende auto’s achter mij. Ik probeer de auto opnieuw te starten maar dit lukt niet. Ik hoor een toeter. Ik doe nog een poging de auto te starten, maar helaas. Ik registreer een tweede toeterdrukker, nu in koor. Ik bekijk koortsachtig de brandstofmeter en constateer dat de brandstof op is. Deze auto rijdt op gas, en gelukkig heb ik nog een reserve in de vorm van benzine. Ik schakel over op benzine, de derde toeterende toeter negerend. Als ik de sleutel omdraai voor de volgende poging, zie ik in mijn achteruitkijkspiegel een onvoorstelbare rij auto’s die zich achter mijn auto verzameld hebben. Een verkeersinfarct is een feit. Ook bij de poging op benzine lukt het mij niet de auto aan de praat te krijgen. Het onmogelijke blijkt mogelijk, zowel het gas als de benzine zijn op. Daar sta ik dan, machteloos, midden in de spits, vooraan bij het stoplicht op een van de meest belangrijke kruispunten van de stad. Het aantal toeters die ik ondertussen hoor zouden het niet gek doen in een voetbalstadion.

Ik stap maar uit mijn auto en probeer de auto achter mij te waarschuwen door mijn handen wanhopig in de lucht te gooien en daarmee mijn problematische situatie kracht bij te zetten. De jongen achter het stuur gebaart mij door te rijden. Echt, geloof me, de wil was aanwezig maar de techniek liet mij in de steek. Kordaat stap ik op de jongeman af met de vriendelijke vraag of hij wellicht bereid zou zijn mij te helpen om mijn auto van de weghelft af te drukken zodat in elk geval het overige verkeer wel op tijd op het werk kan komen. Zuchtend en zelfs nog even in tweestrijd besluit de jongen - met behoorlijke tegenzin - dan toch eindelijk uit te stappen en mij te gaan helpen. Met een vermoeid gebaar en immer zuchtend drukt hij mijn auto uiteindelijk aan de kant.

Dus ik weet zo ongeveer wat deze radeloze mama moet doorstaan. En iedereen rijdt gewoon dóór. Echt waar, de hulpvaardigheid van tegenwoordig: hopeloos!

Geschreven voor www.hippemamaclub.nl op 28 juni 2012