“Mam? Wanneer ga ik eigenlijk dood?”
Een onverwachte vraag op een onverwacht moment waardoor bij mij het antwoord
niet zo één,
twee te binnen schiet. Ik antwoord een beetje ontwijkend dat dit nog héél
lang duurt. De aanleiding van Max zijn vraag weet ik wel. Laatst was ik
namelijk een beetje te laat bij school om Max op te halen. Ik vertel hem dat ik
in de file stond, veroorzaakt door een passerende rouwstoet richting de nabij
school gelegen begraafplaats. Of hij die begraafplaats dan eens mocht zien?
Natuurlijk, we rijden er dagelijks langs dus ik zal hem, als we de
begraafplaats passeren, erop attenderen. En vanaf dat moment gaan we nu dagelijks,
op verzoek van Max, langs de begraafplaats, want: “dat vindt hij zo leuk” …
Laatst nog vroeg Max aan een
begeleidster op school hoe oud ze eigenlijk was (zal hem gelijk eens bijbrengen
dat het niet netjes is om dames naar hun leeftijd te vragen). Haar antwoord dat
ze al zevenenveertig is doet hem de wenkbrauwen fronsen. “Oooh, “ deelt hij
haar geschokt mee, “dan ben je dus al bijna dood!” Het hele gegeven “dood”
intrigeert hem blijkbaar enorm.
Toen een tijdje geleden één
van onze honden onverwacht geopereerd moest worden, heb ik geprobeerd om Max
voorzichtig voor te bereiden op het feit dat Sammy de operatie wellicht niet
zou overleven en dus dood zou gaan. Nou, daar had hij verder geen problemen
mee, want dan wilde hij wel een vis als huisdier! Nu is het helaas zover, en
hebben wij haar in moeten laten slapen. Ik leg uit dat hondjes via de
regenboogbrug op de regenboogberg komen en dat daar allemaal bloemen staan, het
er altijd lekker warm is en dat er heel veel hondenvriendjes voor haar zijn.
Ook vertel ik dat daar alleen maar haar lievelingseten en drinken staat. Dát
lijkt Max ook wel wat. “Ja, want als ik dan ooit op die regenboogberg ben, dan
ga ik de hele dag frikandellen eten! Maar ik wil nú nog niet dood hoor!” Nou, gelukkig
maar.
Ik vraag Max hoe ik zijn verdriet
wat kan verzachten, want Sammy was echt zijn lievelingshond. Hij stelt zelf voor
om een foto van Sam in zijn slaapkamer op te hangen zodat hij elke dag naar
haar kan kijken. Ook wil hij eigenlijk wel een nieuw hondje die exact op Sam
lijkt. Een soort kloon. Ik leg uit dat elke hond uniek is, en dat dit niet zal gaan
lukken. Hij voorziet geen problemen want dan nemen we gewoon een foto van Sam
mee naar een fokker en zeggen: “Dit moet ‘m worden!” Wel stelt Max voor om het
nieuwe hondje dan een andere naam te geven.
En dan
komt er plots, uit het niets nog zo een verrassende en onverwachte gedachte bij
Max opborrelen. “Ik weet wel wie er nooit dood gaat!” zegt hij, bijna
raadselachtig. “De politie! Want als die dood gaan, nou, dan hebben we écht een
probleem hè mama?"
© Laura van Straaten - Oversteegen
© Laura van Straaten - Oversteegen
Geschreven voor www.hippemamaclub.nl op 5 juli 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten