vrijdag 21 oktober 2011

Bumper kleeft niet lang



In een ander, nog kinderloos, tijdperk heb ik regelmatig gefungeerd als “oppasmoeder” voor bepaalde honden. Een collega bij het bedrijf waar ik destijds werkte, kreeg hier lucht van en polste mij op een dag of het wellicht een goed plan zou zijn als zijn hond, ook een Berner Sennen (hoe leuk!), tijdens hun vakantie bij mij zou komen logeren. Maar natuurlijk! Niets was toen nog leuker dan zoveel mogelijk hondjes bij elkaar, dus ook de reu Bumper (toepasselijke naam gezien zijn voorkomen) was van harte welkom!

Bumper zou voor een viertal weken komen logeren. Het gezin had in de planning om op zaterdag te vertrekken en op vrijdag kwam de collega Bumper bij mij brengen. Ik had destijds vier honden waaronder ook een reu, net als Bumper. Nu waren wij tot dan alleen logé-teefjes gewend en mannelijk gezelschap hadden wij eigenlijk niet eerder mogen verwelkomen. Maar dit zou toch geen probleem zijn?

Mijn collega, goed gestemd en in korte broek, staat met al zijn blije vakantievreugde die bewuste vrijdagmiddag met Bumper bij mij voor de deur. Ik had Bumper tot dan alleen op foto’s gezien en ik moet zeggen, foto’s vertekenen het beeld toch wel enigszins. Wij hadden Bear, die al reusachtig was, maar Bumper was ongeveer Bear maal 2 … Nog steeds glimlachend (wel  ietwat verkrampt) laat ik collega met hond binnen en … een startsein werd gegeven: let the battle begin! Vanaf het eerste oogcontact vlogen Bear en Bumper elkaar in de lange en overvloedige haren. Hadden we altijd al last van veel haren op de grond, nu konden we een heel gezin van een gebreide trui voorzien. Hele plukken vlogen door het gevecht door de lucht gevolgd door evenveel kwijl.

Wij gingen lekker, gemaakt nonchalant, in de tuin een bakkie doen, want ach, die “jongens” moeten gewoon even aan elkaar wennen. … Toch? Praten konden we niet met elkaar want het geblaf en gegrom overstemde alles. Na de koffie besluit mijn collega weg te gaan want hij moet nog zoveel doen! Tuurlijk joh, ga je gang ik red me wel. Als het niet zou gaan: bellen hè? … Tuurlijk!

Het gevecht tussen die twee heeft de hele nacht geduurd. Ze konden elkaar op de een of andere manier gewoon niet uitstaan en niet accepteren. Tot overmaat van ramp hebben ze ’s nachts, ik denk beide gezien de hoeveelheid, een ongekend geurspoor achtergelaten. Hun terrein afgebakend. Lees: een compleet waterballet gecreëerd. Vloer, muren overal was overheen geplast. Wát een stank en wát een chaos. Het huilen stond mij ondertussen nader dan het lachen (och, nog maar drie weken en 6 dagen te gaan) en voordat ik mijn collega kon bellen, hing hij al aan de lijn. Hoe het was gegaan? Tja, wat zeg je dan? Gewoon de waarheid maar: drama dus.

De collega besluit direct om Bumper op te halen, want dit wil hij niet op zijn geweten hebben. De vakantie wordt een dag uitgesteld en een andere oppas wordt gezocht. Godzijdank, want dit had ik echt geen weken volgehouden. Een dag was achteraf al niet te doen! 

Dat je alles in de praktijk moet ervaren, dat blijkt maar weer. Dat wij daarna nooit meer een logé-reu in huis hebben gehad, spreekt voor zich.

© Laura van Straaten - Oversteegen

maandag 17 oktober 2011

Stemmers gezocht!


En wederom mag ik u met trots het volgende berichten: 

Ik behoor bij één van de zes genomineerden van een schrijfwedstrijd georganiseerd door www.damespraatjes.nl in samenwerking met Uitgeverij Totemboek. Op mijn inzending "De Rudy-Rooster" kan vanaf heden gestemd worden en daarmee maak ik kans deze wedstrijd te winnen! Hoe meer stemmen, des te hoger de kans dus ik hoop op uw stem te mogen rekenen! Overigens: per persoon mag er 1 stem uitgebracht worden.

Onder de stemmers wordt een boekenbon t.w.v. € 25,- verloot, dus pak die kans!

U kunt mijn inzending lezen (en stemmen) via http://www.damespraatjes.nl/2011/laura-van-straaten-de-rudy-rooster

Gebruiksaanwijzing



- met onderstaande column ben ik 6e geworden in een blogwedstrijd georganiseerd door www.hippemamaclub.nl! Hiermee ben ik gastblogger geworden voor deze site en zult u daar regelmatig columns/blogs van mij aantreffen. -  
 
Nu weet ik uit betrouwbare bron dat de mensheid al eeuwenlang bestaat. Mede daarom verbaast het mij dat nog niemand ooit op het idee is gekomen om bij de geboorte van een kind het kraampakket uit te breiden met een gebruiksaanwijzing, een plaktafel en rollen behang.


De gebruiksaanwijzing, dat spreekt voor zich. De rollen behang en plaktafel is met het oog op het vele moderne stucwerk van tegenwoordig. Hierdoor vervalt de optie om je kind in voorkomende gevallen achter het behang te plakken.

Zo was er laatst kermis in de stad. Mijn zoon verheugde zich al dagen op een ritje in de draaimolen. Na een aantal standaard (tegenwoordig onbetaalbare) bezigheden te hebben afgewerkt, gingen we het lang naar uitgekeken kaartje voor de draaimolen kopen. Na € 2,- te hebben afgerekend (…), draai ik mij glimlachend om naar mijn zoon om hem het kaartje te overhandigen. Ik zie aan zijn gezicht dat er iets mis is. … “Ik wil niet in de draaimolen!”, vertelt hij mij vastbesloten. Verbaasd frons ik mijn voorhoofd want dit zou toch het moment suprême moeten worden? Hier hebben we toch dagenlang op gewacht en naar toe geleefd? Nee, geen haar op zijn hoofd die er aan denkt een ritje te gaan maken. Ik probeer het nog even door hem het kaartje in de hand te drukken en bemoedigend toe te spreken en enthousiast de geweldige brandweerauto’s en prachtige motoren met toeters en bellen te beschrijven. Nee blijft nee en met een woest gebaar slaat hij het kaartje uit mijn handen welke ónder de attractie draaimolen belandt. Ik probeer mijn opkomende driftaanval onder controle te krijgen en ga op de grond liggen, en tijger op deze wijze enkele meters, graaiend naar het kaartje. Uiteindelijk krijg ik het te pakken en deze keer gaat een wildvreemd kindje op onze kosten fijn een rondje draaimolen tegemoet. Als er nu eens voor deze gevallen een: zie hoofdstuk 5, lid 3 zou zijn?

Dan die keer toen hij bij een vriendje ging spelen. Op de afgesproken tijd kwam ik hem weer ophalen en ontdekte al rap enig tumult daar in de tuin. Er bleek een knetterende peuterruzie gaande en dreigende uitspraken zoals: “als je dat nú niet doet …. ben je ‘me-vriend’ niet meer!” werden heen en weer geslingerd. Ik zag vanuit mijn ooghoek de moeder van het vriendje wanhopig naar mij gebaren. Mijn zoon was zo goed als hysterisch en wilde zowel niet meer naar huis als nog bij het vriendje blijven. Het liep al tegen etenstijd dus richting huis leek mij toch echt de beste optie. Op enige meegaandheid rekende ik al niet meer, dus ik pak mijn zoon als een surfplank onder mijn arm en probeer hem (in de status tegenstribbelend, wild schoppend en slaand) in de auto te werken c.q. te proppen. En ik rij weg met gierende banden, het schaamrood op mijn kaken en met een kind  dat schreeuwt en loeit als een sirene. Ik vang in mijn achteruitkijkspiegel nog net de bemoedigende en begripvolle blik van de andere moeder.

Ik rij rechtstreeks naar de Gamma, even die rollen behang en benodigde plaktafel ophalen. Ja, er is nog vóór het avondeten werk aan de winkel!

woensdag 12 oktober 2011

Beschuitje eten

Buiten regent het dat het giet en ik moet nog een paar boodschappen doen. Ik ga maar naar een overdekt winkelcentrum, want dan blijven zowel mijn boodschappen als ik in elk geval droog. 

Even later zit ik in de supermarkt gehurkt op de grond bij de koekjes, als ik achter mij een vriendelijke stem met een buitenlands accent hoor vragen: “Mevrouw?”. Ik sta op en nieuwsgierig draai ik mij om en kijk dan in de werkelijk prachtigste ogen welke ik ooit heb gezien. Het is net een onwezenlijk droombeeld, een utopie eigenlijk en ik verdrink er haast in. Enrique Iglesias moet acuut zijn tijdenlange nummer 1 positie inruilen voor de tweede plaats. Voor mij staat een jonge, Mediterrane God, eind 20, met ogen zó blauw dat ik de echtheid hiervan direct in twijfel trek.

“Mevrouw, ik heb een beetje een vreemde vraag, echt een vrouwending.” Ik bedenk ondertussen dat het me een worst zal zijn wat hij me gaat vragen, maar dat ik overal mee in zal stemmen. Daarbij krijg ik direct wilde fantasieën over beschuitjes eten en stel vast dat ik de gehele landelijke voorraad van Bolletje wel met hem wil verorberen. “Kijk,” gaat hij verder “ik gebruik nu dus Ariël wasmiddel maar ik zoek eigenlijk een ander, beter wasmiddel. Weet u een goed alternatief?”. Ik kijk argwanend om mij heen want ik zoek de Bananasplitcamera tussen de gevulde koeken. Immers, dit kan toch niet waar zijn? Ik ga dus nu werkelijk een onzinnig wasmiddel-babbeltje voeren met deze adonis en beschuitjes, ho maar. “Eh … Ik zou Persil ’s proberen?” antwoord ik op geforceerd nonchalante toon. “Dank u wel mevrouw! Dank u wel!” antwoordt hij schaterlachend en dan wijst hij naar zijn kleding. “Want kijk ’s hoe ik d’r uitzie!” De knappe jongen is inderdaad compleet doorweekt door de gietende regen buiten. Een wasbeurtje met het juiste wasmiddel kan nu zeker geen kwaad. Hij loopt terug naar het schap met de wasmiddelen, zijn vriend enthousiast wijzend op Persil en mij confuus en hoofdschuddend achterlatend.

Ik reken door dit voorval lachend, en nog immer hoofdschuddend, mijn boodschapjes af en ga naar de parkeergarage om mijn kaartje te betalen. Ik moet bij de parkeerautomaat even op mijn beurt wachten. Voor mij staat een man op leeftijd. Behoorlijk op leeftijd, want ik schat hem, mede gezien alle hulpstukken, zeker in de 80. Hij betaalt zijn kaartje, neemt het kaartje weer uit de automaat en kijkt mij vluchtig aan. Bij gebrek aan een extra hand, stopt de man ietwat baldadig en mij onderwijl uitdagend aankijkend het kaartje in zijn mond. Ik doe quasi verschrikt, sla m’n handen voor mijn mond en vraag de man op grappende wijze of hij weet dat hij het kaartje niet kan opeten. De man voelt door mijn opmerking overduidelijk de jonge leeuw in hem brullen (‘moet jij ’s opletten wat ik allemaal nog altijd kan’ of ‘Yés! Beet!’) en zich wanend als zich zodanig, rukt hij het kaartje op een theatrale en bijna beestachtige wijze uit zijn mond (Wrroar …, zijn kunstgebit zowat meesleurend). Hij geeft niet direct antwoord maar ik zie hem in zijn gedachten de beschuitvoorraad checken. 

Ik kijk speurend om heen want nu is het mooi geweest; Frans Bauer! Kom maar tevoorschijn!

vrijdag 7 oktober 2011

Lekker snoepje

Ik ben samen met mijn zoon in de supermarkt. En omdat het weekend is mag hij van mij, voor deze keer, een lekkere zak snoep uitkiezen. Zijn keus valt op een réuze zak waarin, gezien de fleurige samenstelling,  een grote mengelmoes aan wazige chemische toestand moet zitten. Ik probeer zijn keus nog te beïnvloeden door hem een in mijn ogen betere optie te presenteren maar de keus is al gemaakt. Kansloze actie van mij, want deze moet en zal het worden. Dus verlaten wij met een halve kilo chemicaliën de supermarkt. 

Nog even langs de drogist en bij het afrekenen krijgt mijn zoon een snoepje aangeboden. Het meisje achter de kassa buigt naar voren, over de toonbank, en biedt mijn zoon het bakje met snoepjes aan met de mededeling dat hij er eentje mag pakken. Nu moet u weten dat mijn zoon op dat moment in een robot-imitatie-fase was. Alle normale activiteiten werden destijds in robot-gedaante uitgevoerd. Armen werden strak gehouden, benen gestrekt en ook zijn spraak was in deze periode geheel in robotmodus. Dus… ik... was... al… bang… dat… hij… deze… methode… ook… nu… ging… toepassen.

En wát ken ik hem toch goed. Mijn zoon. Met gestrekte armen en dito benen wordt het leuke bakje vol met snoepjes op robotwaardige wijze door hem door de winkel geslingerd. Met een rood hoofd en verontschuldigingen uitend, probeer ik het meisje duidelijk te maken dat mijn zoon eigenlijk een robot is en, tja, dan kan er wel eens iets misgaan. Toch? Heeft u overigens hier ergens een luikje in de vloer waar ik doorheen kan zakken?

Al de snoepjes, naar het zich laat aanzien een stuk of honderd, bij elkaar grissend wil ik maar één ding en dat is deze winkel zo spoedig mogelijk verlaten. Ik bedenk ondertussen welke drogisterijen er nog meer in de buurt zitten aangezien ik hier nooit meer terug wil komen. Omdat ik niet goed weet wat voor houding aan te nemen, maak ik er maar een grapje over (“hij lijkt zwarte piet wel … ha…ha… ahum …”) en maak vast snode plannen hoe ik de robot nu voorgoed en definitief voltooid verleden tijd kan maken. 

Ik ben drijfnat van het zweet wanneer we uiteindelijk de auto bereiken en ik haal de halve kilo snoep van de supermarkt te voorschijn om mijn zoon zoet en tevreden naar huis te vervoeren. En dan hoor ik vanaf de achterbank: “Maar mama, die snoep lus-ik-nie hoor! Ik wou die ándere!” 

En wat doe ik? Ik bedenk ondertussen koortsachtig hoeveel een robot van een jaar of 5 oud gaat opbrengen op Marktplaats.

woensdag 5 oktober 2011

Finaleplaats blogwedstrijd!

Met enige trots kan ik berichten één van de 8 finalisten te zijn van een blogwedstrijd georganiseerd door www.hippemamaclub.nl! Door mijn column/blog "Enig kind" heb ik de finale bereikt met 41% van de stemmen.

Aan mij nu de uitdagende taak een nieuwe column/blog te schrijven voor de finale.

Iedereen die voor mij heeft gestemd: hartelijk dank hiervoor! Iedereen die (nog) niet gestemd heeft: geen probleem want op donderdag 13 oktober a.s. worden de 8 finale blogs geplaatst op de site, en kan er (weer) gestemd worden op uw favoriet tot maandag 17 oktober 09:00 uur.

Alvast bedankt voor het uitbrengen van uw stem!