vrijdag 7 oktober 2011

Lekker snoepje

Ik ben samen met mijn zoon in de supermarkt. En omdat het weekend is mag hij van mij, voor deze keer, een lekkere zak snoep uitkiezen. Zijn keus valt op een réuze zak waarin, gezien de fleurige samenstelling,  een grote mengelmoes aan wazige chemische toestand moet zitten. Ik probeer zijn keus nog te beïnvloeden door hem een in mijn ogen betere optie te presenteren maar de keus is al gemaakt. Kansloze actie van mij, want deze moet en zal het worden. Dus verlaten wij met een halve kilo chemicaliën de supermarkt. 

Nog even langs de drogist en bij het afrekenen krijgt mijn zoon een snoepje aangeboden. Het meisje achter de kassa buigt naar voren, over de toonbank, en biedt mijn zoon het bakje met snoepjes aan met de mededeling dat hij er eentje mag pakken. Nu moet u weten dat mijn zoon op dat moment in een robot-imitatie-fase was. Alle normale activiteiten werden destijds in robot-gedaante uitgevoerd. Armen werden strak gehouden, benen gestrekt en ook zijn spraak was in deze periode geheel in robotmodus. Dus… ik... was... al… bang… dat… hij… deze… methode… ook… nu… ging… toepassen.

En wát ken ik hem toch goed. Mijn zoon. Met gestrekte armen en dito benen wordt het leuke bakje vol met snoepjes op robotwaardige wijze door hem door de winkel geslingerd. Met een rood hoofd en verontschuldigingen uitend, probeer ik het meisje duidelijk te maken dat mijn zoon eigenlijk een robot is en, tja, dan kan er wel eens iets misgaan. Toch? Heeft u overigens hier ergens een luikje in de vloer waar ik doorheen kan zakken?

Al de snoepjes, naar het zich laat aanzien een stuk of honderd, bij elkaar grissend wil ik maar één ding en dat is deze winkel zo spoedig mogelijk verlaten. Ik bedenk ondertussen welke drogisterijen er nog meer in de buurt zitten aangezien ik hier nooit meer terug wil komen. Omdat ik niet goed weet wat voor houding aan te nemen, maak ik er maar een grapje over (“hij lijkt zwarte piet wel … ha…ha… ahum …”) en maak vast snode plannen hoe ik de robot nu voorgoed en definitief voltooid verleden tijd kan maken. 

Ik ben drijfnat van het zweet wanneer we uiteindelijk de auto bereiken en ik haal de halve kilo snoep van de supermarkt te voorschijn om mijn zoon zoet en tevreden naar huis te vervoeren. En dan hoor ik vanaf de achterbank: “Maar mama, die snoep lus-ik-nie hoor! Ik wou die ándere!” 

En wat doe ik? Ik bedenk ondertussen koortsachtig hoeveel een robot van een jaar of 5 oud gaat opbrengen op Marktplaats.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten