donderdag 26 januari 2012

Taalgebruik


  Deze column was op 19 januari 2012 
"Blog van de Dag" 
op de site www.hippemamaclub.nl

“Mama, je bent lief!” Wat een heerlijk gevoel, als zoiets tegen je wordt gezegd. Ja, mijn zoon is heel gul in het verbaal uiten van zijn liefde voor mij, veelal ook nog gevolgd door een theatraal aangekondigde knuffel (“mama knúffel, knúffel!”). Soms komt het op mij ietwat overdreven over, maar goed, beter zo dan helemaal niet.

Daarbij moet ik vaak inwendig lachen om de opmerkingen welke hij maakt. En dan vraag ik mij tevens oprecht af hoe hij aan bepaalde uitdrukkingen komt en waar hij ze heeft opgedaan. Is het van televisie? Vriendjes? Of is het toch dat ik, onwillekeurig, dergelijke taal gebruik? Zogenaamd kopieergedrag?

Je ziet meestal aan zijn gezicht dat hij gewoon wéét wanneer bepaald taalgebruik wel of niet is toegestaan. Zo is het bij Max momenteel “in” om bij het vertrek van iemand er terloops en gniffelend aan toe te voegen: “doei-dikke-koei”. In sommige, intimi, gevallen oogluikend toegestaan maar in onbekend gezelschap toch nogal gênant. Dus leek het mij raadzaam dit toevoegsel af te keuren en als ongewenst taalgebruik te bestempelen. Maar juist deze afkeuring blijkt een enorme aantrekkingskracht te veroorzaken tot het veelvuldig gebruiken van de uitdrukking en wordt de “koei”-toevoeging te pas en te onpas gebruikt.

Toevallig vanmiddag nog een situatie: ik laat een aantal glazen uit mijn handen vallen wat buitenom de enorme chaos ook een vreselijk kabaal veroorzaakt. Max komt verschrikt aanrennen met de melding dat hij zich een hoedje is geschrokken en daarna vraagt hij aarzelend, mij wat onbestemd aankijkend: “Mama, dit is vast shit hè?”

Naast deze, dikwijls lachwekkende, verbale ontwikkeling vind ik het ook leuk om te zien hoe Max sommige dingen zo lekker nuchter kan bekijken. Hij heeft ook vaak hele simpele oplossingen voor iets waar wij een probleem van maken. Bijvoorbeeld: een hobby van mij is honden. Ik heb er drie en we hebben het er over gehad, mede gezien de hoogbejaarde leeftijd van de oudste, om een nieuw hondje aan te schaffen. Het nieuwe vriendje gaat hoogstwaarschijnlijk een klein wit hondje worden, dezelfde als wij in het verleden hebben gehad maar helaas is overleden. Dit hondje heette Woody. Ik vraag Max hoe het nieuwe hondje dan moet gaan heten. Eigenlijk direct antwoordt hij, een beetje verontwaardigd zelfs: “Woody natuurlijk!” Ik geef aan dat dit een beetje apart is, omdat wij al een hondje hebben gehad die luisterde naar die naam en dat je toch echt niet alle honden dezelfde naam kunt geven. “Ja, dat klopt,” zegt Max. “Maar als je dan één maal Woody roept, dan komen alle honden tegelijk!” Tja, zo eenvoudig zou het dus kunnen zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten