dinsdag 27 september 2011

Mijn man ... Deel I

Laatst vroeg mijn man aan mij: “Waarom schrijf je niet ’s wat over mij?” Haha, WAAR ZAL IK BEGINNEN? Het nadeel is dat ik mij voornamelijk richt op columns of korte verhalen. In dit geval kom ik toch in het genre “boek” terecht. Maar goed, het is een uitdaging en die gaan we graag aan.

Mijn man is een zelfstandig ondernemer. Een ondernemend type. Bepaald niet saai, in die zin. Er gaan weinig dagen voorbij waarin ik niet aangenaam of onaangenaam verrast wordt. Elke dag is er wel wat aan de hand. Mede te wijten aan het zelfstandig ondernemerschap. Dit zal bij elke ondernemers vrouw herkenbaar zijn, maar daarbij is mijn man ook in de privé-sfeer zeer ondernemend. Zeg maar gerust: wispelturig. 

Zo hebben wij in huis van vrijwel elke bedenkbare sport een bijbehorende outfit (compleet, van top tot teen, inclusief bijbehorend gereedschap) paraat liggen. De ene dag waant hij zich een Tiger Woods, de volgende dag rap gevolgd door Richard Krajicek. Of nee, toch maar liever squashen, of toch American Football? Nee, sporten is niet echt wat voor hem. Tijdgebrek hè? Weet je wat, we gaan drummen! Heeft-ie altijd al gewild (mij geheel niets over bekend) en is hierin volgens hem ook uitermate getalenteerd. 

Ook heeft hij wel schattige eigenschappen natuurlijk. Zo wilde hij eens indruk maken op mij of zijn schoonouders (dat is mij tot op de dag van vandaag nog onduidelijk) door bij hen met een noodgang van het, schuin aflopende, looppad af te rennen. Door deze neerwaartse druk, ging het rennen over in ongecontroleerd hard lopen en dook hij als in een film zo in de tegenoverliggende rododendrons. Lief hè? 

En die keer toen hij een pak jus d’orange liet vallen. Ik denk dat we maar een uurtje op de Eerste Hulp hebben gezeten? De week erop volgend in het teken van krukken lopen. Ja, je moet toch ergens je agressie op afreageren? Dus schoppen we snoei, maar dan ook snoeihard tegen de dichtstbijzijnde bank. Ook heeft hij ooit z’n agressie afgereageerd op een zogenaamde “spiegel-schopper”. Dit geheel terecht overigens. De spiegel-schopper waagde het, helaas voor hem, om de zijspiegel van mijn auto er af te schoppen. Mijn man zag dit live gebeuren en zette de achtervolging in, met alle denkbare gevolgen van dien. Ja, toch wel weer dat sportieve hè? Gelijk een pak aanschaffen met een grote “S” op de borst, die heeft hij namelijk nog niet.

Door al deze inspannende toestanden zul je denken dat mijn man behoefte heeft aan veel slaap. Nee, dus. Of eigenlijk: ja, dus, maar hij geeft hier niet aan toe. Met als gevolg dat hij geen ochtend zijn bed uit kan komen. Van álles heb ik al geprobeerd, tot op heden met 0,0% resultaat. Vrijwel altijd gaat hij ’s avonds (lees: ’s nachts) niet voor een uurtje of 2 naar bed. Zou het hier niet misschien aan kunnen liggen? Nee, hij ziet in dit geval geen enkel verband.

Zo verbaasde het mij dat ik hem op een zondagochtend om een uur of 7 in de badkamer hoor bellen. Met een verwilderd gezicht komt hij de slaapkamer weer ingelopen. “Het is helemaal geen maandag!” Nee, vertel mij wat! Had hij, al tandenpoetsend, naar een collega gebeld met de vraag of hij al op de bouw was. De man heeft hem serieus gevraagd of hij wel goed bij z’n hoofd was. Is hij eindelijk ’s op tijd, is ’t zondag …

Weet je wat? Wordt vervolgd!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten