woensdag 28 september 2011

Oog contact

Na een slapeloze nacht, besluit ik deze morgen direct om 8 uur de dokter te bellen voor een afspraak. Reden: iets in mijn rechteroog heeft mij de gehele nacht uit mijn slaap gehouden. Met mijn oog in open toestand was het nog te doen, in gesloten toestand niet. En dat is vrij lastig als je wilt gaan slapen. Dus na deze waardeloze nacht direct de dokter gebeld en ik kan direct komen.

Ik ga gelijk op weg. Enigszins gehandicapt, kijktechnisch gezien, maar het was te doen. Ik rij de weg naar de dokter maar word echter in de eerste bocht staande gehouden door een “werkmannetje”. Zo’n schoffel-leuner, een gemeentelijke-groenvoorziening-ambtenaar die voor vandaag kennelijk de opdracht heeft gekregen om, in de spits, samen met zijn collega-leuners een gigantische boom om te zagen.

De man staat midden op de weg en maakt naar mij met zijn hand het gebaar “Ho! Stoppen!”. Dus ik stop en vraag mijzelf nog even bezorgd de reden af, want over 15 minuten moet ik bij de dokter zijn. Ik kijk hem met 1 oog aan, het gehandicapte oog is in gesloten toestand door de alsmaar aanwakkerende en steeds meer tranende zwelling. Hij leest in mijn ene goede oog: “Nee, dit ga je nu niet doen mannetje”. Ik lees in zijn beide ogen: “Oh, jawel, zeker wel!”.

Het 1-oog contact wordt door de tuinatribuut-leuner verbroken en de man geeft zijn collega een startsein. Een startsein voor het omzagen van een gigantische boom. Die hier overigens al járen staat, maar nu, op deze dag, op dit tijdstip dus het drukste moment van de dag en tijdens mijn haastige spoed het onderspit moet delven. In volledig ontspannen toestand zaagt de collega de boom van ik schat een meter of 15 om en deze belandt, uiteraard, in horizontale positie dwars over de weg. Ik bereken mijn vertraging en ik kom uit op minstens een half uur? Een weg terug is er niet, want er heeft zich ondertussen achter mij een behoorlijke file gevormd. Er zijn wel een paar opties welke in mijn gedachten voorbij komen: een helpende hand bieden, uitstappen en de boomzagers met enig fysiek geweld mijn ongenoegen kenbaar maken, de boom al knuffelend weer overeind werken, te voet verder gaan, of gewoon afwachten.

Ik kies, mede gezien mijn visuele beperking, voor het laatste en vol ongeloof aanschouw ik het hele zaag spektakel. In plaats dat de boom direct van de weg wordt gehaald, begint men op het gemak eerst de takken af te zagen. Nu is het een grote boom met veel takken. Héél veel takken. Na een tijdje zijn de takken afgezaagd en begint men met de boom in delen te zagen. Grote boom dus Heel Veel delen. Ik kijk eens in mijn achteruitkijkspiegel en schat de gevormde file ondertussen op nieuwswaardig. Met mij aan kop. Het tranen van mijn oog is ondertussen overgegaan in een waterval en ik heb echt dringend medische hulp nodig. Nog meer dan die boom die ondertussen wel steeds kleiner wordt.  En dan, na slechts een kwartier, wordt het laatste restant boom aan de kant geschoven en kan ik mijn weg vervolgen.

Ik trap het gaspedaal in en rij zo snel als mogelijk richting dokter. Net op de afgesproken tijd arriveer ik om ondertussen zowat huilend te vragen mij te verlossen van dat “ding” in mijn oog. Met een simpel wattenstaafje word ik verlost van de boosdoener en kan ik na een reis van een half uur binnen 2 minuten de spreekkamer weer verlaten.

Dit behulpzame wattenstaafje was van hout gemaakt. Ooit een boom dus. Ik hoop maar dat deze boom ook wattenstaafproductie waardig is, dan is alles niet voor niets geweest. Want ik ben nog nooit zo blij geweest met een simpel wattenstaafje.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten